Wat we op bovenstaande afbeelding
zien is het oudste gedeelte
van havezate Buckhorst.
Een "zaalburcht" of "weerburcht", zoals ook
de zaalburcht van havezate Werkeren er heeft uitgezien.
In de middeleeuwen werden kasteelachtige gebouwen aangeduid als: huis,
stins of burcht, slot, borg en in Overijssel Havezate.
Dit
is de noordgevel van het "weergang"-huis, gebouwd in en na 1278. Een
burcht die door kantelen werd bekroond en dienttengevolge
ook een "weergang" kende. De weergang is een soort looppad op de
bovenzijde van een kasteelmuur.
De
weergangen zijn bedoeld om het mogelijk te maken om van de ene zijde
van een vierkante burcht naar de andere
zijde te gaan. In tijden van gevaar werden weergangen gebruikt om
wachters op de muren te laten patrouilleren om te voorkomen,
dat een mogelijke vijand het kasteel ongezien kon naderen. De toegang
naar de weergang van kasteel Buckhorst is niet duidelijk.
Waarschijnlijk heeft een
aangebouwde buitentrap aan de Westzijde van het gebouw toegang gegeven
tot de weergang.
Rechts bij de drie smalle raampjes bevond zich het trappenhuis en aan
de zuidzijde de oude toegang tot dit kasteel.
Opmerkelijk is, dat het uiterlijk van de zaalburcht, een grote
gelijkenis vertoont, met de toren van het "Olde Huys" in Vollenhove.
De muren waren waarschijnlijk 5 bakstenen dik, d.w.z.
1,4 meter. Baksteenformaat 27/28x13/14x6/6,5 cm.
De aanlegdiepte zal op 0 NAP zijn geweest en dat
betekent, dat de vloer van de grote zaal op 1,8m + NAP heeft gelegen.
Buckhorst lag op een dekzandhoogte die boven het omliggende veen
uitstak.
Afmeting vierkante burcht 25x12,5 meter.
Nu is er van havezate Buckhorst alleen nog een archeologisch
kasteelterrein te zien.
De afgelopen jaren, hebben verschillende instanties getracht om dit
belangrijk historisch gebied in ere te herstellen.
Helaas is dit niet gelukt
en dien ten gevolge bevindt zich dit terrein nu in een zeer
verwaarloosde toestand.
(Zie aan het eind van
deze site een overzicht van jaartallen, waarin er activiteiten zijn
geweest voor deze locatie).
Hieronder zien we 3 afbeeldingen van Buckhorst met LEGO-blokjes.

Buckhorst gezien vanuit het Westen (c) GRY

Buckhorst gezien vanuit het Zuid-Oosten.
(c) GRY
Links op de foto, de plaats van paardestallen en rijtuigen.

Buckhorst gezien vanuit het Zuid-Westen. (c)
GRY
Op de voorgrond, de toegang naar de appel- en perenboomgaard
Aan de trapgevel zien we een luidklokje.
In Lego, met 20000 stukjes
Lego is een serieus middel om
iets te illustreren !
https://en.m.wikipedia.org/wiki/Lego_Serious_Play?s=03
=============== / ================
INLEIDING
ALGEMEEN
"Waar in 't verschiet omkranste heuvels blauwen,
En tussen 't loof van 't donkerkleurig hout,
Men trans en muur van't ridderslot ziet grouwen,
Dat eeuwenlang de kruin verhief in 't woud,
Waar 't lommer rijst om tempeldak en toren,
Die in de galm van 't slepend klok gebrom,
Het uur der rust of des gebeds doet horen,
En oproept naar het heiligdom".
-
Bernard ter Haar (1950)-
Het gebied rondom Zwolle, waart de herinnering rond aan veelbewogen tijden,
heeft in de (vroege) middeleeuwen veel
kastelen gekend.
Bijna allemaal zijn ze verwoest of gesloopt en zijn de originele kasteelterreinen
door o.a.
ruilverkavelingen, totaal uit het landschap verdwenen.
Heel betreurenswaardig heeft men zich daarmee,
vooral in het begin van
de 19e
eeuw, schuldig gemaakt
aan een zeer kwalijke vorm van cultuurhistorisch
vandalisme.
Veel puin is o.a. gebruikt als verharding voor de belangrijke zandweg
van Zwolle naar Kampen.
(Zelfs het Muiderslot stond in die tijd in een
advertentie te koop voor de sloop. Het Rijk stelde toen,
dat dit was in het algemeen belang. Koning
Willem I heeft er voor gezorgd, dat dit niet ging gebeuren.
Ook de Ridderzaal in Den Haag
werd in 1861 met 1 stem meerderheid in de Tweede Kamer van de sloop
gered).
In de tijd dat Overijssel nog een zelfstandig Gewest was, moest je letterlijk en
figuurlijk van goeden huize komen om een plaats in de Staten te kunnen verwerven.
Allereerst was het nodig, dat je familie vanouds werd uitgenodigd voor de 'landdagen'.
Daarnaast was een behoorlijke rijkdom vereist en als laatste, vormde het bezit
van een 'havezate' een belangrijke voorwaarde voor toelating.
Ruim twee eeuwen lang, van 1578 tot 1795 (de Betaafse omwenteling), ging het zo toe in Overijssel.
De Overijsselse 'riddermatigen' hadden generaties lang geleefd van hun pachten en andere
vaste inkomsten, zonder daarvoor te hoeven werken. In de 2e helft van de achttiende eeuw
kwam de klad in al deze luxe levenstijl. Men moest de tering naar de nering gaan zetten.
Zelfs moest soms het huis bezwaard worden met een hypotheek. Ook was de 'versplittering'
van het familiebezit niet toegestaan. Om dit te kunnen omzeilen, werd er toen gebruik gemaakt
van het "fidei-commis".
Het einde van het kastelen tijdperk, vooral in Overijssel was een feit en voor vele riddermatigen
kwam de Franse revolutie als een geschenk. Het verloste hen van de voornaamste plicht:
het in stand houden van een havezate plus de daarbij horende goederen. De politieke
rol voor de ridderschap als stand, had definitief afgedaan. Het is vanaf toen alleen
nog een ontmoetingsplaats voor leden van adelijke families.
Nadat in 1795 onder het bewind van de
Fransen alle rechten van havezaten waren vervallen,
was het bezit van een havezate ook niet
meer "lonend". Daarbij komt ook nog, dat in de Franse tijd er
een gebrek was aan bouwmaterialen
en zo bracht een havezate meer op als bouwmateriaal dan als huis.
Het cultureel vandalisme kon, speciaal in Overijssel, een aanvang nemen.
Dit alles werd voor Buckhorst en andere havezaten dan
ook de genadeslag.
Dit kasteel en vele andere huizen in de omgeving, werden verkocht voor de sloop.
De verstedelijking en algehele moderniteit geldt vaak ook bij velen als
een lange periode van sloop.
Op vele plaatsen werden buitenhuizen afgebroken, maar bleven de
bijbehorende boerderijen staan,
zoals dus ook geschiede bij de kastelen "Yrst" en "Buckhorst".
De periode die mag gelden als de
sloopperiode bij uitstek van historische huizen (incl. kastelen)
was die van 1780-1840, met als
waarlijk dieptepunt de Bataafs-Franse jaren 1795-1813.
(Een
gesloopt gebouw, kun je niet meer restaureren. Een historisch landschap wel,
maar zelfs dit gebeurt niet met het landgoed Buckhorst).
Ik noem u in willekeurige volgorde een aantal havezaten (kastelen)
die
in die tijd allemaal zijn gesloopt.
Werkeren, Westerveld, Wolfshagen, Den Ordel, Groote Weede, Yrst
en zo ook het zeer beroemde kasteel Buckhorst bij Zalk.
Van een aantal
afbeeldingen kunt u doorklikken naar een speciale site van het
desbetreffende kasteel.
Bij het terugklikken komt u weer op
deze site.

Slot Groote Weede
(J. Stellingwerf)
't Huys te Haerst (A. de Haen) afgebroken
in 1813
Slot Wolfshagen bij Hasselt (J. Stellingwerf)

Kasteel Westerveld (A. de Haen)
Kasteel Den Ordel (A. de Haen)
Kasteel
Den Doorn (A. de Haen)

Kasteel Stiens / 2e Voorst
(C. Pronk)
Kasteel Werkeren (Stadswijk Stadshagen) (A.
Schoemaker)
Kasteel Campherbeek (A.
de Haen)
Restanten van Havezaten waar nog iets van te herkennen zijn, zijn
Wittenstein en Den Doorn.
Natuurlijk kunnen ook genoemd worden, Voorst (1362) en Puttenstein
(1375), maar deze twee zijn reeds in de
14e eeuw eeuw totaal verwoest en nooit meer herbouwd.

Kasteel Puttenstijn tussen Hattem
en Elburg
Kasteel Stins te Voorst.
Over "Puttenstijn" lezen we ergens in een archief het volgende:
Puttestijn een kasteel in Gelderland bij Elburg gelegen. is een ongemeen stark kasteel geweest
in
1370 was heer van Herbertus van Puttestijn die sich gans hoogmoedig
tegen sijnen landheer den bisschop
van Utrecht aanstelde maar die belegerde hem
met hulp van die van Kampen in sijn Slodt vermeesterde de
plaats nam hem gevangen
en slechte Puttesteijn in 't geheel in den jaare 1375 tot den grond toe
bij verdrag
wierd herbertus weder losgelaten en aan hem de puijnhopen van t kasteel gegunt
hij storf weinig jaren
daarna
Sligtenhorst p158 latende eene dochter na die sich veeltijds
opt huijs te Putten ophield (bij Elburg) men had haar tot tot
gemalin van den graaf van Holland
geschikt, maar sij verliefde op een harer hovelingen genaamd pelgrom
Vos van Steenwijk
of Vollenhoven liet sich van hem beswangeren en nam hem toen ten huwelijk.
dese
daat behaagde den hertog van Gelder gans niet omdat sulke deftige en statelijke
goederen doen over
gongen aan een seer slechten stam.:

(J.B. Wolters Groningen)
De
beroemde schoolplaat van de Jongh en Wagenvoort (Lagereschool 1910-1960)
Weergave sloop van het kasteel "Stins" te Voorst bij Zwolle in
1362/1363
In het midden staat bisschop Jan van Arkel, die zelf de
belegering leidt.
Hij wordt vergeseld door de Hertog van Gelre. We zien verder op
deze schoolplaat,
2 soorten spangeschutten een
lepelblijde en een slingerblijde plus de stormkat.

De locaties van kastelen in de buurt
van Zwolle, die allemaal in de 19e eeuw zijn afgebroken.
==========/=========
Havezate Buckhorst.

Rechts
zien we het "zaalhuis" met de kantelen en in het midden de aanbouw uit
1391.
Tegen de kopgevel van het oude zaalhuis zien we rechts de toegang van
buiten
naar de kelderverdieping. En rechts een afdakje waar zich het "gemak" bevond,
een uitbouw als toilet en beneden dan een soort beerput. Ook bevond
zich in die
hoek een trappenhuis.
Op de voorgrond zien we, achter de heg, een kruidentuin en daar bevond zich ook
de waterput.
Helemaal links bevond zich het
koetshuis en de paardestallen en links van
het midden, de keuken en de ruimtes voor het bedienend personeel.

(A. de Haen 1740 Teylers museum Haarlem)
Buckhorst
de entree vanuit het Westen, via een voorplein voor de poort.
Rechts zien we het gedeelte waar de koetsen en paarden gestald werden.
Rechts op de voorgrond het hogere gebouwgedeelte zien we een "spieker",
ofwel een voorraadschuur waar
het graan/gerfst tegen diefstal en
ongedierte hoog bewaard kon worden en we zien een duivenkast.
Links tegen de zijgevel zien we dan een spiltrap naar
boven.
Links zien we ook een schuur met ventilatiegaten voor het bewaren van
wijnvaten, turf. landbouwartikelen en buskruit.

(Cornelis Pronk 1730 Teylers Museum, Haarlem)
Buckhorst
gezien vanuit het Zuid-Westen over een brede gracht. Links het poortje
naar een appelboomgaard.
De trap was ongeveer 1m hoog en de keldervloer lag 80 cm beneden het
maaiveld.
Dit gedeelte van de havezate is gebouwd rond 1391. Het ouder zaalhuis
met de kantelen ligt er achter en is van 1278.
Links zien we 3 aanbouwtjes met een trapgevel, die gebouwd zijn tussen 1515-1520 door bouwmeester Geert Jacobs.
Het kleiner gebouwtje op de voorgrond diende o.a. als keuken en was het
verblijf voor het personeel.
En tegen de kopgevel zien we een duivenkast.
Tekeningen uit de 18e eeuw van De Haan (1729) en van Pronk
(1730) berusten in het
Overijssels Museum te Zwolle en in het Bureau voor 's Rijks
Monumentenzorg te 's Gravenhage.
De Haan heeft bovendien een beschrijving nagelaten, die te vinden is in
de Athenaeumbibliotheek te Deventer.

Kadasterkaart. Begin 1800, tijdens de Franse tijd. (c) GRY
Kasteel en havezate Buckhorst
kent een zeer rijke en oude geschiedenis, Er is daarom ook veel over
dit kasteel geschreven.
Dit weerhoudt mij echter niet om met u een aantal minder bekende feiten
van dit kasteel met u te delen.
Havezate Bukhorst gelegen in een toenmalige heerlijkheid Zalk en
Veecaten, is zonder enige twijfel, zeer oud.
Maar waar begint de geschiedenis van
kasteel Buckhorst ?
In Gelderland (Gelre) of in Overijssel (Het Sticht) ?
Het
is namelijk niet de plek bij Zalk, waar velen onder u hem weet
te vinden.
Dat is de locatie, die ligt in de provincie Overijssel, tussen de
Geldersche kolk en Zalk.
Nee,
de adelijke familie Bochorst heeft voor 1277 zijn kasteel gehad in de
provincie Gelderland.
Het is de plek die al jaar en dag
bekend staat als Yrst, gelegen ten Noorden van Hattem.
De havezate van Buckhorst lag aanvankelijk niet in Salland.
Geografisch viel het onder het landschap van de Veluwe.
Het gebied wat in het begin van de 13de eeuw onder het gezag
van de graaf van Gelre was gekomen. Heel verstandig, probeerde de
kasteelheer van Yrst (Bukhorst) een
tijdlang tussen de beide landsheren (de bisschop en de graaf) door te
laveren.
Doch door een door de graaf van
Gelre opgestookte ruzie werd in 1224 het kasteel Yrst
van Diederik van Bukhorst door de bisschop Otto van der Lippe
veroverd en (behoudens de toren) in brand gestoken.
Een kasteel in Yrst zult u zeggen, daar heb ik nog nooit een
afbeelding van gezien.
Dat kan kloppen.

(Cornelis
Pronk 1730)
Dit is een zeer zeldzame afbeelding
van het voormalige kasteel Yrst.
Zweder van Haersolte heeft dit kasteel gebouwd in 1617.
Voor de sloop waar men in 1803 mee is begonnen, lag dit kasteel geheel
omsloten door een gracht.
Tekenaar Cornelis Pronk vertelt het volgende:
De Ridderhofstand IRST: een ridderhofstand in Gelderland aan de Issel niet verre
van het huys Bockhorst {Buckhorst}
gelegen in ongemeen zwaar geboompt en seer deftige
laanen; boven den ingang staan de bovengestelde
wapenschilden met het jaar MDCLI. (1651)
Het huys ligt in een watergraght met een vasten brugh, 't heeft ook
een deftig voorplijn,
het behoort tegenwoordig aan den heere Willem van Harsholte, heere van Irst, ..... ;
het word tegenwoordig bewoont door den heer Diderik van Harsholte zijn soon,
brigadier ... . Is na 't
leven getekent door C. Pronk in den jaare 1729 als wij daar samen waren.

(Een afbeelding uit de "Hottinger Atlas")
We zien hier kasteel Yrst, omgeven
door een gracht en met
aangelegde tuinen aan de achterzijde.
Op het voorterrein stond o.a. het koetshuis en de paardenstal. Op de
plek van het koetshuis staat nu een boerderij.
De oprijlaan naar de Geldersedijk (met bocht) is lang zichtbaar geweest
in het landschap. Deze is nu totaal verdwenen.
Alexander Jager, archeoloog bij de
gemeente Kampen, schreef over Buckhorst in een Archeologisch
Monumentenzorg rapport in 2010:
"...Het
gaat om een rechthoekig gebouw, waarvan de ouderdom mogelijk teruggaat
tot de 11de eeuw. In 1093 trad een zekere Bernhard van Buckhorst
op als getuige voor de bisschop, toen deze de schenking van de kerk te
Zwolle aan de Kannunniken te Deventer bevestigde..."
Dit verhaal uit 1093 is vermoedelijk omstreeks 1230 vervalst en
wel met behulp van die uit 1129.
En in die tijd stond er op de huidige plek van Buckhorst bij Zalk, nog
helemaal geen kasteel.
Bovendien bestond er in 1093 ook geen Bernhard van Buckhorst,
maar ene Bernhardus Gozwinus
(Gemen).
Die leefde van 1093-1131 en behoorde tot een Sallandse adelijke familie
in Duitsland
Hij had vijf zonen, Theodericus I,
Bernhardus, Godefridus, Diederick I en Werenboldus II.
Theodericus I had een zoon, Goswin en deze vestigde zich in Yrst
en noemde zich later
Gozwinus II van Buchorst (von
Ghemen). Hij
is de stamvader van de Buckhorsters
Hij had 2 zonen, Diederick en Hendrik van Buchorst. Deze ridders komen
we o.a. tegen
bij de slag in Ane in 1227,
waar ze tijdens gevechten in het moeras jammerlijk de dood vonden.
Zie de geschiedenis van deze veldslag op mijn site: https://www.necoma.nl/SBA01.html
In het
"Aardrijkskundig Woordenboek" van 1854 lezen we bij * IERST
" Yrst of Eerst was het Eerste of ierste kasteel der Heeren van
Buckhorst; doch toen zij,
in 1233, in opstand waren
tegen Bisschop Otto II, werd het door dezen tot den grond toe verwoest,
met uitzondering van eenen toren, waarop
deze Heeren op Overijssels grondgebied, te Zalk, een nieuw kasteel
bouwden, onder den naam
"Buckhorst", terwijl zij hun
Eerste kasteel Eerste of "Yerste-Huis"
bleven noemen.
En in "de Overijsselsche ALMANAK voor
Oudheden en Letteren" van 1849 staat op blz. 202 geschreven:
"..Het spreekt van zelf, dat de heeren Willem en Gerhard van Bukhorst,
nadat zij de helft hunner goederen,
waarop het overschot van het eerste kasteel stond, in 1277 verkocht
hadden, kort daarna,
op den grond der andere helft, welke hun eigendom bleef, een nieuw kasteel hebben gesticht,
niet slechts ter woning maar ook ter verdediging, zoo als dat in dien
riddertijd een noodzakelijk vereischte was.
Het gebouw, toen opgerigt, dagteekent dus van het jaar 1278 of
daaromtrent en zal wel hetzelfde
vierkant kasteel zijn, dat tot 8 september 1840 aanwezig was...."
De geschiedenis van Havezate Buckhorst, begint dus in
feite bij Havezate Yrst.
Daarom ga ik met u
eerst even een klein uitstapje maken naar dit kasteel.
Daar in Yrst treffen we in
1133 Godefridus en Theodoricus (van Buchorst) aan
In de "Overijsselsche Gedenkstukken met Bylaagen" van Mr. J.W. Racer
1782
kunnen we lezen, dat beide heren toen aanwezig waren bij de gift van
Rudolf Heer van Steinfort aan het klooster in Letthe.

12 jaar later zien we ook Werenboldus
II als getuige opduiken,
samen met zijn broer Theodericus,
als getuigen van de Roomse Koning Koenraad III.
De helft van de landerijen rondom Yrst zijn in 1277 door Willem I en Gerhard van Bukhorst,
verkocht aan den Abt van St.
Oduifsklooster te Stavoren.
Het waren vooral erven met de daartoe behorende rechten in de marke
Zalk.
De heren van Bukhorst waren volledig eigenaar van deze gronden en
zij konden toen ook bepalen,
dat ze vrij waren van tiendplicht. (Elk tiende geploegde voor, was voor de
eigenaar).
Bij het kasteel had men in die tijd ook een ruimte, waar deze 10e
landbouw producten konden worden opgeslagen.
Niet onder de verkoop behoorde het Hollanderbroek, Kamperveen en de
locatie van het kasteel te Yrst.
De ruine (toren) Yrst heeft er
waarschijnlijk gestaan van 1223 tot en met na 1521.
Het klooster had immers geen behoefte aan een nieuw te herbouwen
kasteel.
Heel belangrijk is nu, dat het gebied ten Noorden van de "Gelderse kolk", gelegen in
Overijssel, dus niet verkocht is.
Bijzonder is wel, dat de overdracht in het openbaar op het kerkhof te
Zalk heeft plaatsgevonden.
Door overstromingen en andere natuurrampen, moest het klooster te
Stavoren, door geldgebrek, deze weer
verkopen. Zo werden alle goederen tussen 1345 en 1364 rondom Zalk
verkocht aan de bisschop van Utrecht.
De bisschop heeft daarna het weer aan de oorspronkelijke eigenaren in
pacht of erfpacht gegeven.
Alleen erve Yrst bleef nog in het bezit van de Bukhorsters die het
later afstonden aan Karel van Gelre
om hem van gunst te zijn, gezien de roerige tijden in de buurt bij hun
kasteel, te weten Voorst en Puttenstein.
De eerste bebouwing van Yrst na de
verwoesting, is op 31 maart 1416, toen Wenemar Bast het land
ontving.
Vanaf dat moment heet het "Wenemar Bast Goed" en wordt het goed in de
archieven aangeduid als
het Hof of Erf Yrst.
Karel heeft dit in 1504 beleend aan Reinier
van Vilsteren en hij verkoopt het in 1521 aan Goert van
Haersolte die dan
dijkgraaf van Salland is. Hij
laat er een nieuwe "saelstede" Yrst bouwen, waarvan je hier
boven een afbeelding ziet.
Het huis groeit onder de Van Haersoltes tot hoge status, vooral omdat
alle omringende landerijen tot het
landhuis gaan behoren.
In 1544 wordt dit kasteel voor het eerst beschreven (door een
geschil) met bijbehorende gronden en visrechten.
In 1617 staat het kasteel er in al zijn glorie en wonen er meerdere
generaties van het geslacht "van Haersolte"
Het geslacht Van Haersolte
gaat zich daarna noemen naar het huis en voegt "tot Yrst" toe aan haar familienaam.
Het kasteel Yrst lag door een gracht geheel omsloten en slechts
toegankelijk via een ophaalbrug.
Dit kasteel blijft tot het einde van de achttiende eeuw in het
bezit van de familie Haersolte.
Pas in 1804 geven de Van Harsoltes het landhuis dus uit handen.
Tussen 1803 en 1805 is het huis totaal afgebroken en is de grond daarna
verkocht.
De voormalige grachten zijn nog
gedeeeltelijk herkenbaar in de huidige sloten
om een boerderij waar op die plek
vroeger het koetshuis heeft gestaan.
De oprijlaan naar de
Geldersedijk (met bocht) is helaas al een aantal jaen uit het
landschap verdwenen.

Locatie van beide Havezaten, ter
weerzijden van de Gelderse Kolk
(Yrst in Gelderland en Buckhorst in Overijssel.
De grens van de provincies liep door de Geldersche Kolk)
Het kasteel met grachten lag dus iets ten westen van de huidige
boerderij. Zie bovenstaande kaart uit
1780.
Karel van Gelre beleent het erve Yrst
in 1504 aan Reinier van Vilsteren.
Toen stond er al heel lang
geen versterkt huis meer op (na de verwoesting in 1223). Reinier en
zijn vrouw Alydt
verkopen het stuk grond aan proost, priorin en convent van het klooster Clarenwater bij
Hattemerbroek.
De
Buckhorsters wonen dan al lang en breed in het kasteel bij Zalk.
Het geslacht Van Haersolte gaat zich dan noemen naar het huis en voegt "tot Yrst"
toe aan hun familienaam en hebben zo een zoveelste Havezathe in het
familiebezit.
Deze adelijke familie
van Haersolte hebben er daarna jarenlang gewoond.
In de jaren 1574, 1576 en 1581 is het kasteel door de Spanjaarden
ingenomen geweest en
heeft de inboedel en het archief door plunderingen zwaar geleden.
Als gevolg van een geschil in de familie over de erfenis tussen de
erfgenamen, die de familie veel geld heeft gekost,
moest de mooie havezathe Yrst, die in 1726 nog een jaaropbrengst
van fl 3228 opleverde, rond 1802 met schulden
beladen verkocht worden, evenals de daaronder ressorterende onroerende
goederen.
Eerst zijn alle omliggende boerderijen, landerijen en
kloosterlanderijen van het voormalige "klooster
Claerwater" verkocht en per
voorlopig koopcontract wordt op 10
augustus 1804 ook het huis Ierst,
gelegen aan de Weerdweg (met twee uitgangen naar de dijk) plus zelfs de
banken en de stoelen in de
kerk te Hattem, aan de heren Schott
en Ridderinkhof verkocht en
deze verkopen dit direct voor een bedrag
van fl 16.000 door aan Jan Meuleman
en zijn vrouw Grada IJsseldijk
(1805) met de afspraak dat
kasteel Yrst voor 1 november 1805
gesloopt moest zijn. Daarbij moet nog opgemerkt worden,
dat voor de overdracht, Christiaan
Schmidt nog kasteel Yrst bewoonde, althans pachter was. Hij moest
dus vertrekken en als zijn schuren en bergingen niet voor 1 november
waren afgebroken, dat dan
Jan Meuleman en zijn vrouw ook
eigenaar van deze spullen zou worden.
In 1857 moet het gebouw er nog gestaan hebben, want het landhuis met de
landerijen worden in
dat jaar beschreven in de Zwolsche Courant. Wanneer en door wie het
landhuis is gesloopt, is niet duidelijk.
Helaas heeft Jan Meuleman niet
lang kunnen genieten van zijn aankoop. Op 1 oktober 1813 overlijdt hij
en het drama is helemaal kompleet, als hun 20 jarige zoon de begrafenis
niet eens kan bijwonen,
daar hij op 4 oktober 1813 in
dienst moest treden van het Keizerlijke
leger van Napoleon.
Zijn zoon is nooit teruggekeerd uit het leger van Napoleon.
De burgemeester van Raalte, Adriaan
Koek bericht zijn collega van Zalk, dat Hermanus (12-7-1793) zich
moet melden voor de dienst onder Napoleon. Dit bericht moest eigenlijk
toen gestuurd worden aan zijn
collega van de Gemeente Hattem, want Yrst ligt niet in de gemeente
Zalk, maar Hattem.
De huidige boerderij Ierst staat op de fundering van een stal- of
koetsgebouw dat bij het huis hoorde.
Archeologisch onderzoek naar de
fundamenten van dit gebouw, kan inzicht verschaffen
in de ouderdom en de oudste fase van
het landhuis.
Het is de vraag of de eerste
historische vermelding correct is en of het huis is begonnen als
boerderij, een versterkt landhuis of
als kasteel.
(De boeren op de
"Heerlijkheid", hebben rond 1815 zwaar geleden door veel misoogsten en
nat weer.
De kranten in die tijd schreven dit toe aan de uitbarsting van de
vulkaan Tambora, op het eiland Soembawa
in 1815. Napoleon, zegt men, heeft om die reden de slag bij Waterloo
verloren.)
Een
tijdschema van het geslacht Buckhorst te Yrst.
807
We
ontmoeten dan een zekere Bochurssi (motte kasteel)
1133
Godefried I (1132-1141) en Theodorik van Bochorst (zoons van
Bernhardus 1093-1131)
Ze getuigen voor Rudolph van Steinforth (klooster
te Lette)
1145
De broers Theodericus I
(1131-1169) en Werenboldus II
(1132-1176) de Bockeshorst
1150
Splitsing van de familie in
een Duitse tak "Von Gemen" en een Overijsselsche tak "Bockhorst"
1165
Getuigen voor Bisschop
Godefried van Rhenen
1213
Diederik II en
Henric van Bukhorst zijn
getrouwe lieden van Bischop Otto I
(vrij van erfrecht)
1223
Ridder Gerhard van Bukhorst (leenman van graaf van Gelder) Opstand
bij kasteel Voorst.
In 1224 verwoesting
kasteel Voorst en kasteel
bij Yrst in brand gestoken (Toren blijft behouden)
1227
Slag bij Ane. Diederik II en zoon
Henric van Bukhorst
sneuvelen.
1233
Giselbert I van
Bukhorst is bij de
inwijding van klooster
Marienberg (Zwartewatersklooster).
(Zich door een huwelijk met een dochter
'van Bukhorst' gaan noemen.)
1261
De
grensafbakening tussen het graafschap Gelre en het Sticht (Utrecht)
blijft een twistpunt.
1263
Giselbert I van
Bukhorst leenheer van
kasteel Coevorden (bisschop Hendrik
van Vianden).
1266 We komen Giselbert I voor het laatst tegen in
een oorkonde (14-8-1266).
1275
14-1-1275 Willem I van
Bukhorst is bij het
verlenen van stadsrechten aan Genemuiden (bisschop van Nassau).
1277
Willem I en
Giselbert II van Bukhorst
verkopen helft van hun langoed aan het St. Odulfsklooster te Stavoren.
24-8-1277 (voor 350 pond) en op
22-9-1277 vindt de overdracht plaats. Uitgezonderd de
hoektoren van Yrst.
1278
Er wordt een
nieuw kasteel gebouwd bij Zalk ten Noorden van de "Geldersche Kolk" (gedeelte Sticht - Overijssel).
1289
Giselbert II van Bukhorst verkocht
het patronaatrecht van de kerk van Eelde.
Giselbert
II van Bukhorst was getrouwd met Euphemia en ze hadden twee
zonen, Willem II en Gijsbert.
====================================
Dan nu de geschiedenis van
havezate Buckhorst.

Grafzerk Johan Sloet (1610) en zijn vrouw Florentina van Buckhorst (1612)
op zilver een zwarte leeuw
en boven op het
in de St,-Nicolaaskerk
te
Vollenhove
helmteken een zittende gehoornde zwarte bok.
en de dekkleden waren zwart - zilver.
Met alles wat u over het kasteel, de
havezate en de familie Buckhorst leest, moet u beseffen, dat in die tijd
alles draaide om de familie
(huwelijkspechtigheden), het bezit, eer en status (droom naar macht),
van God ontvangen is "God, eer en
eigen gewin" met daarbij het kasteel als wapen.
De havezate Buckhorst, zoals we die in de huidige tijd kennen, begint
in feite bij de oorkonde van 1 November 1277,
waarin Willem I met zijn broer Gerard verklaart, dat ze op 24 Augustus
de helft van hun goederen te Zalk
plus de helft van hun aanspraken, die ze in Mastenbroek bezaten,
hebben verkocht aan het St. Odulfsklooster te Stavoren,
met uitzondering van Hollanderakkers en Kamperveen. Op 22
September 1277 heeft daarop de levering plaats gevonden.
Het restant van het kasteel
te Yrst (een motte-kasteel met versterkte toren)
viel daarbij dus buiten de verkoop. (Raver, a.w., II p. 194; Sloet, Ob. II no.
990)
(Het klooster in Stavoren had namelijk helemaal geen
belangstelling voor een kasteeltoren te Yrst.)
Kort daarna of al rond deze periode is de familie Buckhorst
reeds begonnen, op de andere helft van het grondgebied,
welke hun eigendom bleef, een nieuw kasteel te stichten. Niet
alleen voor bewoning, maar ook ter verdediging, zoals
dat in die riddertijd een noodzakelijk vereiste was.
Het toen verrezen gebouw dateert dus van na 1278 en zal hetzelfde vierkante kasteel
met kantelen
en met een "weergang" zijn geweest, dat tot 8 september 1840 nog heeft bestaan.
Wat vertelt de geschiedenis ons over deze periode, die in de literatuur
mondjes maat beschreven wordt,
doch voor de geschiedenis van kasteel Buckhorst erg belangrijk is
geweest.
Ik schets u deze historie, zoals die in verdragen is terug te vinden en
waarom de familie Buckhorst
een nieuw kasteel ging bouwen in "Het Sticht" (Overijssel). We moeten
onze aandacht dan richten
op de activiteiten van Gijsbert (Giselbert)
I van Bukhorst in het midden van de 13e eeuw.
Hij begaat namelijk dezelfde "fout" als zijn schoonvader Diederick II.
Gijsbert bemoeit zich namelijk ook met de
conflicten die er zijn tussen de bisschop van Utrecht en de graaf van
Gelre.
Bedenk hierbij, dat de familie Bukhorst in die tijd behoorden tot de
'vrijen' en zich
niet hoefden te rekenen tot de dienstmannen of ministrialen van de
bischop.
Maar waarschijnlijk is e.e.a. ook te verklaren door de Geldersche
afstamming
van zijn moeder (Bronckhorst)
en de herinnering aan de lotgevallen van zijn vader.
Gijsbert I was in zijn tijd een man van aanzien: in 1244 droeg hij de
titel van "dapifer"
naast de "pincerna" Steven van
Beusichem.
(Zijn vader komt overigens om bij de slag van Ane,
samen met zijn broer Hendrik. https://www.necoma.nl/SBA01.html ).
In politiek opzicht probeerde de
kasteelheer een tijdlang tussen de beide landsheren door te laveren.
Dat Gijsbert I op een gegeven moment
de zijde van de Geldersen had gekozen,
wordt hem noodlottig en de "Stichtse troepen", bezetten zijn
kasteel te Yrst en
Gijsbert I verliest tijdelijk het beheer over al zijn goederen en de Heerlijkheid.
Op 25 juli 1261 krijgt hij op grond van een verdrag tussen de bisschop
en de graaf, zijn spullen weer
terug.
We lezen in het verdrag:
"Item
dominus Ghyselbertus de Bukhorst restituetur in possessionem bonorum,
de quibus eiectus est, sicut fuit ante
iudicationem, que dicitur
ennynge, nec episcopus oirvet eum nisi secundum quod exigeret, ordo
iuris."
Hierin wordt
beschreven, de grensregeling tussen "Het Sticht" en "Gelre".
Bij de akte van 31 maart 1261,
komt namelijk het stuk "Broekland"
bij Yrst, dat "Vene" wordt
genoemd,
ter sprake. Daar waar het Bisdom Utrecht (Het Sticht) en de Graafschap
(Gelre) aan elkaar grenzen,
wordt bepaald, dat 4 arbiters, te weten de proosten van Oudmunten en
Tiel, als door de bisschop en
de graaf aangewezen heren Altena en Van Born, de definitieve grenslijn
zullen gaan vaststellen.
Overigens was de onenigheid over deze grens ook al eens in de
12e eeuw geregeld.
Doch de afbakening toen, bleef de gemoederen bezig houden, want pas in
september 1377
regelt bisschop Arnold van Hoorn
het nog eens definitief en voor altijd.
Er werd toen een rechte scheidslijn vastgesteld. Thans is dat nu
de "Geldersche Gracht".
Door al dit gedoe, besloot de familie om de havezate te verplaasten,
althans het kasteel en wel naar
"Het Sticht", wat definitieve vormen
kreeg, na de verkoop van het gedeelte in Gelre,
aan de monniken van Stavoren en zijn toen zelf in 1278 een nieuw kasteel
gaan bouwen
in het gebied wat tot Overijssel ging behoren.
Dit conflict is misschien de reden, waarom
de familie Buckhorst zich in die tijd heeft weten
te handhaven. Dit in tegenstelling tot
de heren "Van Voorst"
en "Van Putten".
De eerste moest het onderspit delven tegen de Stichtse Bisschop en Van
Putten werd vernietigd
door de stad Kampen (en dus niet door de bisschop, wat men hier en daar
ook wel eens leest).
Opmerkelijk is hierbij ook, dat de Buckhorster heren tot plm. 1795
buitenburgers
van Kampen bleven. Al verschilden zij daarover in de achttiende
eeuw een aantal malen
danig met de stad Kampen van mening.
Al het voorgaande, wordt prachtig
omschreven in een ingezonden artikel,
van het "Nieuw Nederlandsch
Magazijn" uit 1857 (G.H.W.)
"Op
den linker IJsseloever, een klein uur beneden het grijze Hattem, ligt, te midden van
vruchtbare
graanvelden en welige weiden, eene
buurtschap, den Geldersche dijk, met 46 huizen, welker be-
woners in akkerbouw en veeteelt
een genoegzaam bestaan
vinden. Nevens deze buurtschap verhief zich
in het laatst der voorgaande of
het begin dezer eeuw een
vierkante toren, welks muurwerk zijne herkomst
uit de middeleeuwen aanduidde en
bestemd was zoowel tot
verblijfplaats der Heere van Zalk en Vekaten
als tot afwering van vijandelijk
geweld. Thans is hij door
de vreedzame woning eens landman vervangen.
Die toren was het overblijfsel van
het in 1223, verwoeste
hoofdslot der heeren van Bukhorst, die
leen- en dienstmannen hadden, en
regt van jagt in den geheelen
omtrek en de visscherij in den IJssel bezaten.
Deze weinig beteekenende buurtschap
is het overblijfsel der
halve bezittingen van de heeren van Buk-
horst, die, in het jaar 1277, deze
helft, op Geldersch of
Veluwsch grondgebied gelegen, verkochten aan den
abt van het Sint-Odulphus klooster
te Stavoren, die naar den
regel van Sint-Benedictus leefde en overeen-
komstig den geest des tijds, zijne
kloostergoederen zocht uit
te breiden, waardoor hij tevens de Bene-
dictijner orde meer
algemeen wenschte in te voeren.
Het is welligt niet van belang ontbloot, dat men
kennis bekome van de geschiedenis van
dezen grond,
waartoe wij het volgende willen
mededeelen.
In de 13e eeuw waren de heeren van Bukhorst eigenaars der
ridderhofstede en de gronden onder
de heerlijkheid Sandlicke, of Zalk en Vekaten, met eenige waardschappen
in Mastenbroek. Deze ridder-
hofstede of burg stond toen
op den Veluwschen grond,
ten zuiden van de Geldersche-Kolk en werd,
na eene belegering van den
34e bisschop van Utrecht,
Otto van der Lippe, verwoest, waarbij alleen
de groote vierkante toren van
het Ierste of Eerste huis
van Bukhorst staan bleef. Daarna verkochten
Willem en Gerhard, kasteleins van het kasteel, in het jaar 1277, aan
den Abt van het sint-Odulphus
klooster, te Stavoren, ten behoeve van dat klooster, de helft hunner
goederen, met het overblijfsel van
het kasteel, de halve visscherij in den Yssel en een gedeelte van hunne
waardschap in Mastenbroek,
voor 350 talenten of ponden gebruikelijke munt, behoudende echter den
wereldlijken regtsdwang
voor zich en hunne erfgenamen met uitzondering van de moerassen,
genaamd Hollanderbroek (Olde-
broek), Kamperveen enz. .......................... Na aldus de helft
hunner landgoederen op Gel-
dersch grondgebied met het overschot der ridderhofstede verkocht te
hebben, lieten de heeren
Willem
en Gerard kort daarna in
1278-1280, op den grond
der andere helft, onder Over-Yssel gele-
gen, die hun eigendom bleef,
een nieuw vierkant kasteel
bouwen, dat den naam van Bukhorst ont-
ving en niet slechts ter
woning, maar ook ter verdediging
moest dienen, zoo als dit in dien riddertijd
noodzakelijk geacht werd,
waardoor ter onderscheiding
der beide huizen aan het Eerste huis, de
naam Ierst, en aan dit tweede
nieuw gebouwde dien
van Bukhorst gegeven werd. ........enz...enz..".
Het was gebruikelijk in die tijd, dat zulke overdrachten in het
openbaar gebeurden.
Zo ook deze verkoop. Op het kerkhof van Zalk, vond het e.e.a. plaats.
Rechter Engelbrecht
met zijn witte staf en daarmee een zekere waardigheid uitstralend en
bij een stralende zon,
kwam samen met de partijen en getuigen deze belangrijke overdracht
verordenen en bekrachtigen.
Vanuit hun nieuw optrekje, kasteel Bukhorst, komen we Gerard tegen op
22-4-1295, omdat hij
dan toegeeft, dat hij van het klooster Nieukloester 70 pond heeft
ontvangen, voor de door hem
verkochte goederen in Leeuwen in de Betuwe. Wilhelmus te Puflic heeft
toen borg voor hem gestaan.
Hoe gaat het nu verder met de
familie Buckhorst.
We waren gebleven bij Gijsbert I
(Giselbertus) die we nog tegenkomen op 14 augustus 1266 in een oorkonde.
Zijn zoon Willem I ontmoeten
we dan in het stadsrecht van
Genemuiden op 14 januari 1275.
Deze Willem I wordt ook
nog in 2 andere oorkonden genoemd van 1276 en 1277.
Die van 1 november 1277 is de belangrijkste, vanwege de verkoop van hun
goederen te Zalk,
wat we eerder in dit stuk reeds hebben beschreven
De zoon van Willem I, Gijsbert II schonk
in 1289 aan de Utrechtsche Balie
het collatie-recht van de kerk
te Eelde.
De broer van Willem I, Walter (Wolter
van Bukhorst) zou toen toetreden tot die orde in Eelde.
Heer Gijsbert II (de zoon van Willem I) liet by Vrouwe Femme (Euphemia), zijne echtgenote,
twee zonen na,
Willem II (<1305 - 1336) en Gijsbert III (<1306 - >1345)
Ruim 50 jaar later (1391), bouwt een nazaat van Johan I een nieuw
gedeelte aan het kasteel van 1280.
Waarschijnlijk is Johan I in
de burgeroorlog tussen de graven Reinout en Eduard van Gelre gesneuveld.
Op 25 mei 1361 werd namelijk
Reinout bij Tiel definitief verslagen.
De levensomstandigheden waren toen zo verandert, dat bisschop Florens
en de omliggende steden,
de ridders uit die tijd bouwrestricties konden opleggen, waaraan een
nieuw kasteel moest voldoen.
Johan II (1341-1417, getrouwd
met 1 Armgard van Hackfort en later 2 met Elisabeth van Almelo)
kreeg een omschrijving, waar hij zich aan moest houden bij de bouw van
het nieuwe gedeelte van het kasteel. Zo moesten de muren b.v.
hooguit
twee stenen dik zijn en mocht het geen verdedigings kenmerken krijgen.
Het herenhuis werd tegen
de westzijde van het toenmalige rechthoekige kasteel gebouwd en kreeg
een centrale toegang vanaf
het voorplein via een brede opgang. De hoge ramen, de trapgevel en de
overige ornamenten, droegen
duidelijk kenmerken van een latere bouwstijl en had dus duidelijk geen
oorlogzuchtigs aanzien.
Uit alles blijkt, dat Johan II
belangrijke ambten in het Stichtse heeft vervuld en niet in Gelre.
Hij werd in 1394 aangesteld tot drost van Diepenheim en in 1405, drost
van Drenthe en Coevorden.
In 1391 begon Johan II met
een aanzienlijke verbouwing van het kasteel Buckhorst.
Deze verbouwing heeft hem veel geld gekost en dat is dan o.a. ook de
reden, waarom zijn
erfgenamen tot ver in de 15e eeuw te kampen hebben gehad met geldelijke
moeilijkheden.
Ergens staat over dit onderwerp geschreven:
"Johan van Buchorst verkeerde
toen nog in goede omstandigheden, en verlangde het oude kasteel, dat hem
te klein was, te
vertimmeren en te vergrooten. Maar wederom ook waren de dagen voorbij,
waarin een Edelman zulks deed
naar eigen verkiezing en goeddunken.
De kasteelen werden zoowel door de
Landsvorsten als door de steden meer en meer beschouwd
als roofnesten, wier bewoners
slechts roovers of jagers waren, die hengsten en honden bevoorrechtten,
en de arme boeren onderdrukten;
die de geringste beleediging met brand en plondering vergolden
en de geroofde buit naar hun
verblijf sleepten, achter welks muren en grachten zy een veilige
schuilplaats
vonden, Heer Johan, willens of
onwillens, moest er zich mede aan onderwerpen.
De opbouw en vergrooting van zijn
kasteel werd hem toegestaan, maar – naar een „scampioen’’ of bestek,
dat hem voorschreef om geen
dikker dan twee steens muren op te halen; tevens werd hem de plechtige
belofte
afgevergd, dat hy den Bisschop, diens
Sticht, of de steden van Salland uit dat kasteel nimmer
„mit rove, mit brande of
geweltlyken saken’’ beschadigen zou."
.
In 1416 volgde zijn zoon Johan III
(uit zijn eerste huwelijk) hem op.
Door de bisschop werd hij toen met Zalk beleend. Hij was gehuwd met Elizabeth van der Eze.
In 1422 volgde er opnieuw een
verbouwing van het kasteel en kreeg toen zijn definitieve omvang.
In 1434 kreeg Johan III en zijn vrouw
burgerrechten van de stad Kampen.
In 1459 overleed Johan III. Zijn huwelijk
met Gosen Schaep bracht hem 1
dochter en daarom
vererfde de Heerlijkheid op zijn broer Gerrit
die echter in 1460 overleed.
Zijn kinderen
bij Aleid van Hoenlo
verdeelden onderling de erfenissen van hun vader en oom.
Willem III beklede belangrijke
openbare ambten en in 1454 mocht hij zich "Heer"
gaan noemen. In 1460 werd hij Drost van Twenthe en in 1473 landdrost
van de Veluwe.
In 1496 was hij reeds op oude leeftijd bij de inhuldiging als landsheer
van de Bisschop.
In 1501 overleed hij op zijn kasteel Buckhorst. In zijn eerste huwelijk
met Jacobje van Twickelo
kreeg hij geen kinderen, maar in zijn 2e huwelijk met Aleid van Hessen
kreeg
hij enkele kinderen. Hij werd toen opgevolgd door Johan IV van Buckhorst, deze
werd in 1502 beleend met de
heerlijkheid Zalk. Doch zijn jongere broers en zusters
meenden ook recht te hebben op een belangrijk deel van de erfenis. En
zo gebeurde
het, dat bij de afwezigheid van Johan IV op zijn kasteel, zijn broer Arnold in
1505 Buckhorst onverwachts ging
bezetten. De stad Kampen kon dit niet toestaan,
daar ze ook bang waren voor een naderende Gelderse oorlog en
belegerden daarom het huis Buckhorst. Arnold had namelijk meer
sympahtie voor
Gelre en om die reden bemoeiden Deventer, Zwolle em de Bisschop
zich ook met deze zaak. Arnold kreeg de toezegging,
dat er nog eens gekeken zou gaan worden naar de boedelscheiding. Echter
Johan IV
wilde evenwel niet van toegeven weten en Arnold is tenslotte naar
Wageningen vertrokken
en is daar een huwelijk aangegaan, dat niet geheel in overeenstemming
was
met zijn rang en stand. In 1516 beleende de bisschop hem met 10
morgen
in het Land van Kuik. Dit grondbezit is afkomstig van zijn moeder Alijt
van Hessen.
In de periode 1515 tot 1520, werd huize Buckhorst, blijkens een
verklaring van de Schout van Zalk
nog eens aanzienlijke verbouwd en gemoderniseerd, door
timmerman (bouwmeester) Geert Jacopsz.
De stamboom van het Geslacht "Van
Buckhorst"

Zie ook "Parenteel
van Bernardus van Buckhorst van Gemen"
van de stamvader van de fam. Buckhorst.
De volgende eigenaren zijn daarna
trotse bezitter geweest van het Kasteel Buckhorst en de havezate
1587
–1612 Florentina van
Buckhorst
(trouwt
met een Johan Sloet)
1612
-1649 De oudste dochter
van Florentina
Mechtelt Sloet trouwt
met een Borchard van Oer .. - 1616
1650-
1672
zoon van Mechtelt
Lambert Bernhard van Oer (daarna
via de zoon van oudste
zuster Florentina Agnes, naar Zeino)
Uit het Familiearchief Sloet,
blijkt dat Lambert Bernhard de administratie zorgvuldig beheerde.
Na zijn dood in 1672 heeft
zijn neef (oudste zoon van zijn zus Florentina Agnes) de heerlikjheid
verkregen.
1672-1675 Zeino Arnold van Welvelde (verkocht
het door in 1675 aan broer Borchard Joost)
1675-1710
Borchard Joost van Welvelde (daarna
naar zijn zoon
Joan uit 1e huwelijk )
Hij moest door financiele
omstandigheden een hypotheek nemen op het Huis Buckhorst.
1710-1717
Joan van Welvelde
tot Buckhorst (is jong gestorven en
zijn neef Lambert verkrijgt het)
Joan is
de zoon uit zijn eerste huwelijk en is zonder kinderen jong gestorven.
1718-1733
Lambert Joost van Hambroeck tot
den Arendshorst
(verkoopt het weer aan
Johan)
1733-1750
Johan Seger (Zeger) van Welvelde
(Na
zijn overlijden in 1750, naar zijn broer Zeino Arend)
1751-1757
Zeino Arend van
Welvelde
(Na zijn dood in 1757,
wordt zijn oomzegger Willem Bentinck
(1721-1784) heer van Zalk.
1757-
1764 Willem Bentinck (werd
in 1757 met de Heerlijkheid beleend.
1764-1778
Seyno (Zeino) Arend Bentinck (Hij koopt de Heerlijkheid van
Willem Bentinck zijn neef)
1778-1779
Anna Bentinck (werd op 19 september 1778
beleend met de
Heerlijkheid Buckhorst..
5 maanden later op 13-2-1779
verkocht het echtpaar het aan Berend Hendrik Bentinck (1753-1830).
1779-1830
Berend Hendrik Bentinck
tot Buckhorst (na
zijn overlijden in 1830 verkrijgt J.H.C. B. het kasteel)
1830-1839
Jan Hendrick Coninck Bentinck (Overlijdt in 1839
kinderloos en er is geen testament.)
Het ruim 300 ha. grote landgoed werd in percelen verkocht.
Het huis en de tuinmanswoning werden op afbraak verkocht aan timmerman
Verwey voor fl. 5150
De ondergrond van het kasteel, met bouwhuis, tuinen en grachten werden
voor fl. 17000 gekocht door:
1840-1857 Rudolf Floris Carel
baron Bentinck van Schoonheten tot Buckhorst tot Yrst. (1785-1857)
Bij zijn overlijden in 1857, brachten
zijn erfgenamen het goed wederom in de verkoop.
Deze verkoop werd aangehouden. Pas in
1870 vond de verdeling van de nalatenschap plaats.
1857-1870 Hendrik Bentinck
(koopt e.e.a. voorlopig tbv minderjarige kinderen van Berend
Willem Bentinck)
Het geheel werd toegescheiden aan
zijn zijn kleinzoon eveneens Rudolph Floris Carel.
1870-1921 Rudolph Floris
Carel baron Bentinck tot Buckhorst (1847-1921)
1921-1961 Maximiliaan Robert
baron Bentinck tot Buckhorst (1882-1961) Huize Beerze
1961-1991 (gaat naar zijn achterneef) mr.
Constant Adolph
baron Bentinck tot Buckhorst (1907-1991)
In 1977 werd het gehele terrein van
de voormalige havezate
op de lijst van archeologische monumenten geplaatst.
1991-2019 Berend Willem
Bentinck tot Buckhorst (verkrijgt
het legaat )
(Talrijke pogingen om van kasteel
Buckhorst weer iets moois te maken mislukken jammerlijk)
2019
– Projectontwikkelaar JUNCO
koopt het kasteelterrein Buckhorst van B.W. Bentinck.
2020
– De boerderij op het terrein van
Buckhorst wordt gekraakt.
2021 - Wouter en Ellen van Raalte,
worden eigenaar van het kasteelterrein Buckhorst.
=================
Noot van de redacteur,
Nog
immer bestaat de brandende vraag:
bestaat
het huisarchief van Buckhorst nog, in originali en in
extenso ?
In zijn studie over de geschiedenis
van de
heerlijkheid Zalk en Veekaten signaleert G.J. ter Kuile
meermalen, dat "op
het huis
Schoonheten onder Heeten
verschillende Buckhorstiana berusten".
Aangezien Buckhorst het bezit
was van de Bentincks, die indertijd ook de
terreinen van en rond het slot
Buckhorst kochten, benevens de
heerlijke
rechten, zou het de moeite kunnen lonen, op Schoonheten
een
intensief
onderzoek in te laten stellen tot in aIle kasten en kisten.
Mogelijk zou dit kunnen
leiden tot een resultaat, waarbij practisch het gehele achterhaalbare
huisarchief
Buckhorst, vanuit de verspreide
onderdelen dan in een
totaliteit, aan het daglicht zou kunnen komen.
Zo is blijkbaar op huize Schoonheten
ook aanwezig het door Ter Kuile niet geciteerde charter
met huwelijkse voorwaarden d.d.
9 september 1496 tussen Johan van
Buckhorst
en Aleida Bierwisch.
Huwelijkse vrienden namens
bruidegom's vader Willem van
Buckhorst waren Arnt van Hessen en
Arnt van Buckhorst en namens
de bruid's
vader Johan Bierwysch
waren dat Henrick Bentinck en Wilhem van Doornynck.
De bruidegom kreeg ten huwelijk
mee: alle goederen van zijn moeder Alijt in de
Overbetuwe, kerspel Bemmel,
en de toezegging van opvolging op het
huis
Buckhorst en in de heerlijkheid; en de bruid:
de windmolen en het gemaal in
het
kerspel van Nijkerk, negen morgen land bij Nijkerk,
10 goudguldens jaarlijks uit
goederen bij Nijkerk, een ouderlijk huis met hofstede in Arnhem, drie
morgen
land
in Velperbroek. De bruid zal bij Johan's overlijden eenjaarlijks
inkomen van 100
gouden rijnsgld.
uit Buckhorst .genieten, en
jaarlijks 25 gouden rijnsgld. uit de
windmolen en het gemaal te Zalk.
Aan het charter hangen de
zegels van
Arnt van
Hessen, Arnt van Buckhorst,
Henrick Bentinck, Willem van Doorninck,
Wilhem
van Buckhorst en Johan Bierwisch..
================
De rest van dit verhaal over
"Buckhorst" komt t.z.t.
Bijzondere verhalen over het kasteel en de familie Buckhorst zullen
t.z.t.
hier verteld worden.
Een kort overzicht van de
Geraadpleegde literatuur

- "Aan de monding van de IJssel"
- J.A. Paasman
- "Geschiedenis van de
Heerlijkheid Zalk en Veekaten"
- Mr. G.J. Ter Kuile
- "Merkwaardige Kasteelen in Nederland"
- Mr. J. van Lennep
& W.J. Hofdijk 1857
- "Representatie in het Overijsselsche Erfrecht v.v.
15e Eeuw" -
Mr. G.J. Ter
Kuile Jr.
- "Overijsselsche Gedenkstukken met Bylaagen"
- Mr. J.W. Racer 1782
- "Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren 1849"
- J. de Lange
- "Historische Kamper Kronijk"
- E.
Moulin 1839
- "E. Moulin's bezoek aan het kasteel Buckhorst bij Zalk
(in 1840) - P.J. Meij
- "Het Huisarchief Buckhorst"
- J.W. Schaap
- "Buckhorst en de Bentincks (Nieuwsbrief)
- J.U. Bentinck van Schoonheten
2004
- "Berend Hendrik Bentinck tot Buckhorst
(1753-1830)"
- W. Hoogeland
- "De Buckhorster
Lenen"
- W. Hoogeland
- "Parenteel
van Bernardus van Buckhorst van Gemen"
- www.dorpshistorie.nl
- "Aardrijkskundig Woordenboek
der Nederlanden (Ontstaan v. Yrst)
- A. v.d. Aa 1851
- "Willem van Haersolte tot
Yrst"
-
J. Streng
- "In Dienst. Twee Eeuwen
Domestieken bij de fam. van Haerolte" -
J. Streng 2001
- "Hermannus Meuleman, soldaat
onder Napoleon"
- A.G.M Heijmerikx (Salland regionaal 2007)
- "Van het Kasteel Buckhorst te Zalk rest alleen nog
het grachtenprofiel" - Reformatorisch Dagblad 25-3-1987 J. Dekker
- "Adelijke vriendenboekjes: de sociale media
van de gouden Eeuw" - De Volkskrant 12-6-2017
F. Bossema
- "Hedendaagsche HISTORIE ...Verenigde
Nederlanden ..Overijssel" - V. van der
PLaats 1801
- "Het kasteel Buckhorst te Zalk"
- De Stadskazerne 29-9-2014
- "Langs een Deel der
IJsselboorden - De Bukhorsten te Zalk"
- Elburger Courant 7-6- 1940
- "Archeologisch Monumentenzorg in 2010 - Buckhorst"
- Alexander Jager
- "Cultuurhistorische Inv.
en waardestelling Zalk en Landelijk geb."
- Flexus AWC - 4.2 Het huis Buckhorst
- "St. Nicolaaskerk in
Zalk"
- J. Beelen 2000
- "'T Zalker-Bosch".
- De Levende Natuur 1899
- "Het Zalkerbos: niet
uitgeroeid maar uitgebreid !
- T. Lodder
- "De Gem. Zalk, in
Overijssel, zeden en gebruiken harer inwoners"
- G.H.W.
- "Van Buchorst/Buckhorst (onder
constructie)"
- R. Blancke
- "De Bezittingen van het
St. Odulfsklooster te Zalk"
- "Terugblik op
Salland"
- K.
Boonenburg
- "Overijssel
'69 kastelen en historische landhuizen
- Schelhaas, Dekkers, Wiersma
- "De havezaten in Salland en hun bewoners"
1983
- A.J. Gevers & A.J.
Mensema
De vele boekwerkjes over Buckhorst en zijn historie in
mijn boekenkast.
Een overzicht van de teleurstellende en vergeefse pogingen
om het kasteelterrein in ere te herstellen:
1973 - Bodemvondsten
gedaan van o.a. kloostermoppen en fragmenten Bentheimer zandsteen ivm
vernieuwing van een boerderij.
1988 - Bouwput van
een nieuwe stal. Er worden kammen e.d. gevonden (ROB)
Maar ook speelgoed, munten, aardewerken een vloertegel en zoologische
resten.
1994 -
Nieuw Kamper Dagblad
IJsselmuidenaren willen havezathe Buckhorst herbouwen (22-1-1994)
Op 28-4-1994 wordt er een
commitee opgericht
voor de
herbouw
van Buckhorst.
Geschatte kosten
20 miljoen gulden.
Het
Comite
"Herbouw Buckhorst" bestond uit de heren:
A.K. Versteeg (
oud directeur
gemeentewerken IJsselmuiden)
M.M. Markusse (
burgemeester)
W.M. Karel (
bankdirecteur)
J. Beelen (
conrector)
J.W. van de Wetering (
bedrijfsdirecteur)
Architectenbureau Klaas van den Berg
(maakt schetsontwerpen).
Op dinsdag 1 maart 1994
volgde er een voorlichting aan de inwoners van Zalk in "De Hoge Brink".
en dan ..... 2 jaar later lezen we dit:
1996 -
IJsselmuiden
niet serieus genoeg voor herstel Havezathe Buckhorst (29-7-1996)
De
gemeente IJsselmuiden gaat niet serieus genoeg om met het historisch
monument kasteel Buckhorst in Zalk.
Dat schrijft de Rijksdienst voor
Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) in een brief aan de gemeente.
"Het kan niet de bedoeling zijn van een archeologisch monument om deze vol te bouwen met opstallen.
Elke bebouwing berokkent schade aan de beschermde ondergronf en aan de mate van historische uitstraling".
(artikel in het Reformatorisch Dagblad)
2007 -
De Stentor komt
met een bericht "Landgoed Buckhorst" wordt aangepakt. (08-08-2007)
10 augustus 2007 RTL-Oost meldt "
Landgoed
Buckhorst wordt opgeknapt ". (
zie
YouTube filmpje)
(
We zien in het filmpje de heer A.J.
Mensema (1946-2020)
een uitleg geven over de locatie Buckhorst.)
2007 -
Reformatorisch Dagblad
"
Onderzoek
naar herstel landgoed Buckhorst".
(link)
Verdrag van Malta "
Wet op de archelogische Monumentenzorg"
Archelogisch
erfgoed in de bodem moet beschermd blijven, d.w.z.
dat de
aanwezige resten in de grond intact moeten blijven.
2008 - Er wordt een
Projectgroep
ingesteld waarin de
gem. Kampen
en de
provincie Overijssel
zitting nemen.
De grachten moeten weer zichtbaar gemaakt worden. (6-9-2008).
De Stentor
meldt in een bericht, "
De slotgrachten
moeten weer open"
(Peter
Bos vd gem. Kampen)
Op 13-8-2008 meldt
de
Stentor: "
Weer onderzoek
Buckhorst".
"
Het gaat de goede kant
op met de ontwikkeling
van het landgoed Buckhorst in Zalk"
Er wordt geschreven: "
Ter
voorbereiding van eventuele wederopbouw van de havezate,
wordt gekeken of de
ondergrond stevig genoeg is voor heiwerkzaamheden".
2009 - Er verschijnt
een herziene versie van
Nationaal
Landschap IJSSELDELTA (2006-2013)
Hierin wordt gemeld, dat het terrein van Buckhorst
een
archeologisch monument is.
De locatie heeft een zeer bijzonder
Landschappelijk
Cultuur Historische waarde.
Er is een overleg geweest met de Rijksdienst voor Culturreel Erfgoed.
Een projectteam heeft toen een ontwerpopgave vastgesteld met
uitgangspunten.
Ook dit is allemaal uiteindelijk onder in een bureaula verdwenen. Zie
ook bij 2011.
2010 -
Bureau RAAP verricht
onderzoek met een grondradar, resultaat, de funderingen bestaan nog !!
Er worden o.a. scherven gevonden. (23-6-2010)
2011 - Er wordt
een prijsvraag
(link)
(door de Projectteam van 2008 uitgeschreven) voor een terreinontwerp.
De Stentor
meldt op 2-3-2011 "
Betonplaat over de
fundering"
(Dit idee komt van B.W. baron
Bentinck tot Buckhorst).
In het weekblad "
De
Brug"lezen we op 2-3-2011
"15.000
Euro voor onderzoek Landgoed Buckhorst.
B. en W. van de gemeente Kampen
stuurt een "
Informatienota"
naar de raad met als
onderwerp:
Landgoedontwikkeling
Buckhorst ( 30-8-2011)
(Het betreft een visieschets die ontwikkeld is voor landschap en
architectuur van het landgoed Buckhorst).
Op 20-8-2011 komt er een Opinienota met scenario's voor wonen,
educatie, zorg en horica.
(In samenspraak met de
Vereniging
Dorpsbelangen Zalk zal er een nieuwsbrief
verschijnen...resultaat ?).
2012 -
Bureau RAAP komt
nog eens in beeld. over beschikbaarheid en aanwezigheid
-bodemrestanten-.
Deze moeten beschermd blijven, zie 2007.
2013 - NOORDERSTAETE
(
link)
laat een ronkende verkoopfolder maken van het gebied Buckhorst.
2015 - Dorpsbelangen Zalk
plaatsen een INFO-bord (
met 1200 Euro
steun vh Nationaal Landschap)
2017 - Vandalisme,
bord is weggehaald.
2019 -
Projectontwikkelaar
JUNCO komt in
beeld. Terrein is verkocht door B.W. baron Bentinck tot Buckhorst
Dorpsbelangen Zalk
gaan informeren bij projectontwikkelaar
JUNCO wat ze van plan zijn met het landgoed. (
link)
en dan.........
2020 - Krakers nemen bezit van de
boerderij en het boerenerf op locatie Buckhorst.
Men zegt er nu een
kerkgemeenschap
gesticht te hebben "
De
Heilige kerk van Ka'bael".
(De kerkdiensten vinden plaats midden in de nacht).
2020 (april)
Er worden 3 granaten uit de 2e
Wereldoorlog gevonden, nabij de parkeerplaats op de Zalkerdijk bij
Buckhorst.
2021 Er hebben zich
de afgelopen tijd nieuwe ontwikkelingen voor gedaan.
a) De krakers zijn vertrokken (na een proces)
b) Junco heeft daarna de zaak verkocht en
c) Wouter & Ellen van Raalte
zijn de nieuwe eigenaren geworden van het kasteelterrein Buckhorst.
Op deze site,
van het dorp Zalk, kunt u regelmatig berichten lezen
van Wouter en
Ellen over de stand van zaken t.a.v. het landgoed Buckhorst.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste
zorgvuldigheid besteed.
De gegevens zijn afkomstig van openbaar toegankelijke bronnen,
(publicaties, archieven en internet).
Desondanks kunnen er best fouten in voorkomen.
Constateert u fouten en/of hebt u vragen, correcties, aanvullingen ..
of wilt u b.v. foto's van de site gebruiken
(c)
geef dit dan a.u.b. even aan mij door via het onderstaand E-mail adres.
Mijn motto in deze is: "2 weten meer dan 1".
Free only for personal and
non-commercial use.
© Copyright 2019-2023 All Right Reserved.
No part of this publication may be reproduced,
stored in a retrieval system, or transmitted,
in any form or by any means, electronic,
mechanical, photocopying, recording or otherwise
without the prior written persmission of the publiser..
T.R.P. van Grijfland 28-01-2023
Zwolle / Albufeira
p.van.grijfland
at gmail dot com

QR-code van de Site